De Politieke Situatie in Suriname: Tussen Beleving en Realiteit
De Surinaamse politiek staat, zoals in vele democratische landen, bol van meningen, gevoelens en tegenstrijdige signalen. In recente uitlatingen heeft voormalig vicepresident Ashwin Adhin (NDP) zijn zorgen geuit over wat hij omschrijft als een “klimaat van angst en intimidatie” onder het huidige bestuur. Maar hoe verhouden deze opmerkingen zich tot feiten en bredere observaties?
De Beleving van Onveiligheid
Adhin stelt dat veel burgers zich terughoudend voelen in het uiten van hun mening uit vrees voor repercussies, waaronder baanverlies of sociale uitsluiting. Dergelijke zorgen verdienen aandacht, want elke burger moet zich vrij kunnen voelen om zich uit te spreken.
Toch is het belangrijk om te benadrukken dat er op dit moment géén officieel of onafhankelijk bewijs is dat Suriname onder president Chan Santokhi of de VHP systematisch onveilig is geworden of de vrijheid van meningsuiting schendt.
Er zijn geen rapporten van instanties zoals de VN, OAS of Amnesty International die spreken van een brede repressie of autoritair beleid onder de huidige regering.
Veel van deze gevoelens komen voort uit persoonlijke perceptie of politieke retoriek, en moeten dus met nuance worden benaderd.
Vergeten we het verleden?
De uitspraken van Adhin zijn opmerkelijk, zeker in het licht van de periode 2010–2020, waarin hij zelf diende als vicepresident onder de regering-Bouterse. In die tijd kende Suriname:
Een ernstige economische crisis met hyperinflatie en een torenhoge staatsschuld.
Bezorgdheid over persvrijheid en corruptie, die breed werd gedeeld door maatschappelijke organisaties.
Een veroordeelde oud-president (Desi Bouterse) voor de Decembermoorden.
Toenemende kritiek op de onafhankelijkheid van justitie en gebrek aan transparantie.
In die context is het belangrijk om niet alleen te spreken over huidige percepties, maar ook eerlijk te kijken naar hoe ver we zijn gekomen, en welke stappen sindsdien zijn gezet.
Regering Santokhi: Verantwoordelijkheid in Moeilijke Tijden
Toen de VHP onder leiding van president Chan Santokhi het roer overnam in 2020, was het land in een diepe crisis. Ondanks die zware erfenis heeft de regering maatregelen genomen om:
- De economie te stabiliseren.
- De transparantie in overheidsfinanciën te vergroten.
- De rechtsstaat te versterken door ondersteuning van onafhankelijke instellingen.
- Een vrij medialandschap in stand te houden.
Het zijn geen eenvoudige processen, en kritiek is deel van een gezonde democratie. Maar er is geen sprake van structurele repressie, zoals soms wordt gesuggereerd.
Over Peilingen en Perceptie
Adhin merkt terecht op dat politieke peilingen beïnvloed kunnen worden door sociale druk of online sentiment. Maar dat is een uitdaging van deze tijd — niet uniek aan Suriname, en zeker geen bewijs van staatsgestuurde intimidatie.
Vrije verkiezingen blijven het beste moment waarop burgers — zonder druk — hun stem kunnen laten horen.
Naar een Gezonde Democratische Dialoog
In plaats van te vervallen in angst of wantrouwen, moeten we blijven bouwen aan een Suriname waar ruimte is voor kritiek, transparantie en samenwerking.
De regering heeft nog werk te verrichten, maar het verschil met het recente verleden is duidelijk:
Er is politieke wil om te verbeteren.
Er is ruimte voor journalistiek en burgerlijke vrijheden.
Er is géén sprake van een breed onderbouwd beeld van onderdrukking.
Laten we vooral waakzaam blijven, maar ook erkennen dat onder president Santokhi en de VHP stappen worden gezet om het vertrouwen in democratie en rechtstaat te herstellen — juist omdat het verleden liet zien hoe kwetsbaar die waarden kunnen zijn.