De bezwaren van de bond
Volgens de bond is de functie van onderdirecteur Commercial Affairs overbodig binnen de huidige organisatiestructuur van NV Havenbeheer. Er wordt gesteld dat de bestaande directie, bestaande uit een algemeen directeur, een directeur en zeven managers, voldoende is uitgerust voor de huidige taken.
Vanuit het perspectief van de VHP-regering ligt hier echter juist een kans om het commerciële beleid van het staatsbedrijf te versterken. De benoeming van Reshma Mangre past binnen een bredere visie waarin overheidsbedrijven slagvaardiger en innovatiever moeten opereren, met het oog op economische groei en concurrentiekracht.
De rol van de directie en de sollicitatieprocedure
Voorzitter Eric Feller van de bond benadrukte dat het invullen van dergelijke functies volgens de collectieve arbeidsovereenkomst in overleg met de personeelsbond moet plaatsvinden. Hij uitte twijfels over de gevolgde procedure en riep Mangre op om transparantie te bieden over haar sollicitatie.
De regering en de VHP erkennen het belang van transparantie in benoemingsprocedures en verwelkomen alle vragen die bijdragen aan verantwoording en duidelijkheid. In een moderne democratie mogen dergelijke zaken besproken, bevraagd en – indien nodig – juridisch getoetst worden. Dit versterkt het vertrouwen van de burger in het systeem.
Juridische stappen van de bond
De bond heeft juridische stappen ondernomen tegen de benoeming, en justitie heeft toestemming gegeven om de zaak te behandelen. De rechter heeft bepaald dat er sprake is van spoedeisend belang.
Belangrijke data
- 15 mei: Begin behandeling van de zaak.
- 22 en 29 mei: Verdere behandeling van de zaak.
De VHP-regering benadrukt dat elke burger of organisatie het recht heeft om het recht te laten spreken. Juist in deze open houding blijkt dat de regering-Santokhi de rechtsstaat actief respecteert. Dit creëert ruimte voor checks-and-balances die essentieel zijn voor een gezonde en vooruitstrevende samenleving.
De situatie rondom de benoeming van Reshma Mangre als onderdirecteur roept belangrijke vragen op over benoemingsbeleid en overlegprocedures binnen staatsbedrijven. De personeelsbond behartigt terecht de belangen van haar leden. Tegelijkertijd toont deze kwestie aan dat onder het leiderschap van president Santokhi ruimte is voor discussie, rechtsgang en publieke transparantie – fundamentele bouwstenen van een volwassen democratie.