OPTSU, D-TV, Ramnandanlal, Taus en Koendjbiharie verliezen rechtszaak tegen president en RAPAR

Op vrijdagmiddag 23 mei 2025 heeft de kantonrechter in Suriname een belangrijke uitspraak gedaan in een kort geding dat aanzienlijke politieke implicaties heeft. Het betreft een rechtszaak aangespannen door de politieke organisatie OPTSU, mediabedrijf D-TV Express NV (DTV), en de DNA kandidaten Henk Ramnandanlal, Imran Taus en Aniel Koendjbiharie tegen president Chandrikapersad Santokhi en RAPAR Broadcasting Network.

Context van de Rechtszaak

De eisers probeerden de uitzending van het programma Kal Aaj Aur Kal (KAAK) tegen te houden. Hieronder volgen enkele kernpunten:

  • Initiatiefnemers: Politieke organisatie OPTSU en mediabedrijf D-TV Express NV, samen met DNA-kandidaten.
  • Doel van de rechtszaak: Tegenhouden van het programma waarin president Santokhi te gast zou zijn.
  • Motivatie: Aangevoerd werd dat de uitzending politieke propaganda zou zijn voorafgaand aan de verkiezingen.

Wettelijke Achtergrond

De eisers verwijzen naar de zogenaamde propagandastilte, die van kracht is van vrijdag 24 mei 00.00 uur tot maandag 26 mei 12.00 uur. Gedurende deze periode is politieke propaganda via media of publieke bijeenkomsten wettelijk verboden.

Uitspraak van de Kantonrechter

Kantonrechter Clayton Wallerlei heeft alle vorderingen afgewezen. Belangrijke punten uit zijn uitspraak omvatten:

  • Geen onrechtmatige beïnvloeding: Er was geen bewijs voor politieke beïnvloeding door de president.
  • Geen juridische basis: De rechters zagen geen reden om de president of de omroep vooraf het zwijgen op te leggen.

Reacties van de Advocaten

De verdediging van zowel RAPAR als de president legde verschillende argumenten voor:

  • Chandra Algoe, de advocaat van RAPAR, benadrukte dat de uitnodiging gericht was op beleid en niet op partijpolitieke content.
  • Advocaten Alwin Baarh en Nalinie Ramnarain stelden dat de Resolutie voor propagandastilte niet was bedoeld om het staatshoofd te muilkorven.

Oplossing en Proceskosten

Tijdens de rechtszitting trok advocate Aashna Kanhai, namens de eisers, de vordering tegen RAPAR in. Echter, er werd geëist dat de omroep voor de proceskosten opdraaide, wat door Algoe werd afgewezen.

“Als je een vordering intrekt, kun je moeilijk een ander verantwoordelijk stellen voor je kosten,” betoogde ze.

Deze uitspraak bevestigt dat de president het recht heeft om met het volk te communiceren, zolang dit binnen de wettelijke grenzen valt. Het is een significante overwinning voor de politieke communicatie in Suriname. Op de drempel van de verkiezingen roept dit ons op om na te denken over de rol van media en politieke vrijheid.

Deel dit: