Voorstel voor schikking in de zaak Wan Okasi versus de Staat

Rechten van Mensen met een Beperking in Suriname: De Juridische Strijd

Kritiek op de besluitvorming

Achtergrond van de Rechtszaak

De rechtszaak is ontstaan vanuit artikel 27 van het Kiesbesluit. Dit artikel stelt dat mensen met een beperking bij de stemming, naast een vertrouwenspersoon, ook met een vertegenwoordiger van het stembureau hun stem moeten uitbrengen. Deze vertegenwoordiger kleurt het gewenste hokje in voor de persoon met een beperking.

Schending van Rechten

Koendjbiharie stelt dat deze praktijk de rechten van mensen met een beperking schendt. Hij benadrukt dat deze schending voornamelijk voortkomt uit een gebrek aan begrip en kennis van de Staat Suriname in relatie tot de doelgroep.

“Dit laat zien dat de Staat de doelgroep niet kent en geen begrip heeft voor hun situatie,” – Koendjbiharie

Ervaringen van Koendjbiharie

Koendjbiharie, zelf met een visuele beperking, legt uit dat hij dagelijks in contact staat met andere mensen met een beperking. Hierdoor ervaart hij de problematiek uit eerste hand.

Inspraak en Overleg

De rechter vroeg durante de zaak aan de advocaat van de Staat, Dwight Kraag, waarom er geen overleg heeft plaatsgevonden voor de wijziging van artikel 27. Koendjbiharie ontdekte de wijziging pas toen het werd besproken door Nasier Eskak, de directeur van Binnenlandse Zaken.

“Het gebrek aan inspraak en overleg met de betrokkenen vormt een groot probleem.” – Koendjbiharie

De uitkomst van deze rechtszaak kan grote implicaties hebben voor de rechten van mensen met een beperking in Suriname. Het is van cruciaal belang dat er een passende oplossing wordt gevonden die recht doet aan hun stemrecht. De hoop is dat de rechter zich bewust is van de relevante rechten en de noden van deze kwetsbare groepen, en een besluit neemt dat hun belangen op de eerste plaats stelt.

Deel dit: