De Surinaamse Orde van Advocaten (SOVA) heeft onlangs een nieuw project gelanceerd dat zich richt op de rechtstatelijke toetsing van verkiezingsprogramma’s van politieke partijen die deelnemen aan de aanstaande verkiezingen in Suriname. Dit initiatief roept vragen op over de rol van de SOVA in de politieke arena en de impact hiervan op de onafhankelijkheid van de advocatuur. In dit artikel bespreken we de reacties op dit project, met bijzondere aandacht voor de uitspraken van ABOP-secretaris Marinus Bee.
Reactie van Marinus Bee
Tijdens een tv-meeting van de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) op dinsdagavond, uitte Marinus Bee zijn bezorgdheid over de betrokkenheid van de SOVA in politieke kwesties. Hij gaf aan:
“Wat een geweldigheid. Wat een nieuwigheid. Maar wij van de ABOP doen daaraan niet mee. Ons partijprogramma is voor het volk en niet voor eliten… niet voor een selecte groep.”
Bee bekritiseerde de SOVA, die volgens hem niet in de politieke strijd zou moeten ingrijpen. Hij bedankte ook advocaat Iris Nazir, die zijn twijfels over het project had geuit, en benadrukte dat dit niet tot de doelstellingen van de SOVA behoort.
Kritiek op de Tijdstippen van Toetsing
Bee gaf zijn mening over het moment waarop de SOVA haar toetsing uitvoert:
- Hij wees erop dat het vreemd is dat de SOVA zich nu mengt in de politieke strijd, vooral na zoveel voorgaande verkiezingen waar er nooit toetsingen van partijprogramma’s zijn gedaan.
- Hij suggereerde dat het project mogelijk voortkomt uit de betrokkenheid van sommige advocaten bij de verkiezingen.
Bee concludeerde dat hij ondanks zijn zorgen, nog steeds in de goede bedoelingen van de SOVA gelooft.
Voorstel voor de Toekomst
Marinus Bee stelde voor dat de SOVA haar toetsing uitstel tot na de verkiezingen:
“Maar vermoeit u zich niet, voorzitter van de Orde en alle bestuursleden. Wacht tot na de verkiezingen en dan hebt u een regeerprogramma. Dat is de basis voor 2025–2030.”
Hij benadrukte dat dit de SOVA de mogelijkheid biedt om een eerlijke en objectieve beoordeling uit te voeren, op basis van expertise.
Het project van de SOVA roept veel vragen en zorgen op bij politieke partijen zoals de ABOP. Terwijl de betrokkenheid bij verkiezingsprogramma’s misschien goed bedoeld is, blijft de vraag of de timing en wijze van uitvoering de onafhankelijkheid en objectiviteit van de advocatuur niet in gevaar brengt. Zoals Marinus Bee opmerkte, kan de SOVA beter wachten tot na de verkiezingen om haar belangrijke rol te vervullen.